Een daling van 35% in de sportdeelname van de Nederlandse Basisschoolkinderen
Toen ik, Bas Hoogveld, zo’n andere half jaar geleden werd aangesteld als vakleerkracht bewegingsonderwijs op Kindcentrum Koningin Juliana, stond deze tekst met koeienletters in de krant.
Een zorg waar 20 jaar geleden al meermaals, door diverse wetenschappers, voor gewaarschuwd is. Terwijl ik vroeger in mijn jeugd de buurt en lokale omgeving verkende met vrienden van school of uit de buurt, zit nu het merendeel van de basisschoolkinderen achter de TV, PC of gameconsole.
Ik weet nog goed, ik was 8 jaar en keek in de ochtend het journaal. Een zekere Jan de Hoop vertelde vanachter een tafel dat mensen voorspelde dat steeds minder mensen een ongezonde leefstijl zouden ontwikkelen en dat de sportdeelname en motorische ontwikkeling van het gemiddelde Nederlandse basisschoolkind achteruit zou gaan. En kijk, 18 jaar later daalt de sportdeelname bij kinderen 35%, bij volwassene is dat 16%. Daarnaast heeft 14% van de kinderen en 49% van de volwassenen overgewicht. Sport en beweging is belangrijk dan ooit, zeker in coronatijd. Na deze schrikbarende cijfers hebben het Sportakkoord en de gemeente Woudenberg de MQ Scan ingebracht bij de Woudenbergse basisscholen. Dit is een motorische vaardigheidstest de motorische vaardigheid en ontwikkeling van alle basisschool kinderen in kaart brengt.
Terug naar dat 8-jarige jochie uit het dorpje Driel, waar ik ben geboren en getogen. Vanaf dat moment had ik maar een doel. Ik wilde kinderen laten ervaren hoe gezond, goed, leuk en leerzaam bewegen is en altijd zal blijven. Want zo ervaarde ik het altijd. Het hogere doel was om de sportdeelname en leefstijl weer te verbeteren. Met dit doel, ben ik 18 jaar later nog steeds bezig. Inmiddels dus al 1,5 jaar op Kindcentrum Koningin Juliana in dit gezellige dorp en tevens bij SNO Woudenberg. De keuze om van Driel helemaal hier naar toe te komen is een beslissing waarop ik tot op de dag van vandaag geen spijt heb. De droom van gymleraar worden heb ik na studies op het CIOS in Arnhem en de ALO in Nijmegen meer dan waar gemaakt. Nu is het mijn taak om deze jeugd en gemeenschap meer aan het sporten te krijgen.
Het voordeel van mijn (dubbel)functie is dat ik met heel veel kinderen in aanraking kom. Op SNO is sport de basis en sport ieder kind die er komt minimaal 30 minuten per dag matig intensief en spelen kinderen op een normale schooldag 1 uur extra buiten met elkaar. Op de Julianaschool is mijn aanwezigheid terug te zien in de aanwezigheid van het vak bewegingsonderwijs. Vaak een ondergeschoven kindje binnen basisscholen. Sinds de komst van een vakleerkracht ervaren de groepsleerkrachten minder werkdruk door het vervallen van het bedenken, klaarzetten, uitvoeren en aanwezig zijn tijdens de les en er is zelfs tijd om op school andere werkzaamheden te verrichten.
Daarnaast hebben alle 4 de kleutergroepen op een vast moment 45 minuten bewegingsonderwijs volgens een methodiek en scoort de school bovengemiddeld t.o.v. het nationale gemiddelde bij de MQ Scan. De ervaringen van de leerlingen op school zijn louter positief, zie hieronder enkele bevindingen van onze leerlingen:
· “Als ik ‘ochtends de gymzaal binnen kom ziet de zaal er heel leuk en uitdagend uit. Ik krijg dan meteen zin om alles uit te proberen en kan niet wachten om te beginnen.”
· “We doen vaak spelletjes met een bepaald thema, dat vind ik leuk en hierdoor wordt ik extra gemotiveerd om mijn best te doen.”
· “Na de les ben ik vaak moe en bezweet, zonder dat ik dat ter plekke door heb.”
· “De gymzaal ziet er soms uit als een echte speeltuin.”
Bewegingsonderwijs is al jaren een nationaal en regionaal speerpunt, maar bezorgt ook direct kopzorgen wegens het geringe budget en andere speerpunten van basisscholen. Met deze column hoop ik een aanzet te kunnen geven in het investeren in bewegingsonderwijs. En dan niet alleen aan een vakleerkracht maar ook zeker aan materiaal. Dit allemaal met als doel om de ontwikkeling en motorische vaardigheid van onze kinderen terug omhoog te krijgen.
Σχόλια